Gevolgen Van der Steen arrest voor de DGA

Staatssecretaris De Jager van Financiën gaat in een besluit in op de belangrijkste gevolgen van het Van der Steen arrest van het Hof van Justitie EG voor de directeur-grootaandeelhouder (dga). Uit het Van der Steen arrest volgt dat de dga vanaf 18 oktober 2007 niet meer als ondernemer kan worden aangemerkt voor de in loondienst jegens de vennootschap verrichte werkzaamheden.

De bewindsman beschrijft de gevolgen van het einde van het ondernemerschap voor verschillende situaties. Eén van die situaties is de dga die tot 18 oktober 2007 zelfstandig ondernemer was en als zodanig was opgenomen in de administratie van de Belastingdienst. Het einde van het ondernemerschap heeft in dit geval tot gevolg dat eventueel aanwezige goederen, waarvoor eerder recht op volledige of gedeeltelijke aftrek van belasting is ontstaan, op 18 oktober 2007 worden geacht te zijn geleverd in de zin van art. 3, derde lid, onderdeel c, Wet OB 1968 (bedrijfsbeëindiging). De bewindsman keurt goed dat het verschuldigde omzetbelastingbedrag mag worden berekend door overeenkomstige toepassing van de herziening van de voorbelasting van het goed, waarbij die herziening mag aanvangen in 2008.

Verder keurt hij goed dat de belasting ter zake van de 3-3-c-levering dan wel van de herziening, wordt voldaan over het laatste belastingtijdvak van 2007. Voorts geeft de bewindsman een doorleveringsfaciliteit voor de situatie dat het mogelijk is dat de dga goederen die zich niet in het vermogen van de vennootschap bevinden, die bedrijfsmatig worden gebruikt en die door de dga voor de btw-heffing zakelijk zijn geëtiketteerd, na 17 oktober 2007 wil leveren aan zijn vennootschap. Voor dit geval keurt de bewindsman goed dat als de levering plaatsvindt na 17 oktober 2007 en voor 1 april 2008, de 3-3-c-heffing achterwege blijft indien de vennootschap voor de btw-heffing ter zake van dat goed in de plaats treedt van de dga.

Daarnaast heeft het arrest ook gevolgen voor de BPM/MRB.

Dit besluit treedt op 18 oktober 2007 in werking.

Bron: Staatssecretaris van Financiën, 21 december 2007, nr. CPP2007/3160, Stcrt. 2008, 1