OPNIEUW VERSOEPELINGEN BIJTELLING PRIVÉ-GEBRUIK (BESTEL)AUTO VAN DE ZAAK
De perikelen rond de fiscale behandeling van de (bestel)auto van de zaak lijken zo langzamerhand een vaste rubriek te veroveren in het Financieel Advies. Telkens komt de Staatssecretaris van Financiën weer met nieuwe aanpassingen, waarop weer nieuwe reacties komen die vaak weer beantwoord worden met nieuwe aanpassingen. Ook de hierna te behandelen versoepelingen zijn ontstaan naar aanleiding van Kamervragen en signalen uit het bedrijfsleven. Alleen voor de eerste categorie bestelautos die uitsluitend of nagenoeg uitsluitend geschikt zijn voor goederenvervoer, verandert er niets. Voor de andere twee categorieën gelden de volgende versoepelingen.
Versoepeling voor tweede catgorie bestelauto van de zaak Voor de tweede categorie bestelautos van de zaak, waarvan het privé-gebruik door de aard en inrichting zodanig wordt beperkt dat zij qua luxe en comfort niet met personenautos kunnen worden gelijkgesteld, geldt sinds 1 januari 2002 een bijtelling van 10%, mits aan alle voorwaarden wordt voldaan. Het bijhouden van een kilometeradministratie is voor deze bestelautos niet meer nodig. De versoepeling heeft betrekking op de tweede categorie bestelautos die, naast het woon-werkverkeer, niet voor privé-doeleinden wordt gebruikt. De bijtelling voor het privé-gebruik blijft dan tot 2,5% beperkt. De bijtelling heeft dan eigenlijk betrekking op de in het woon-werkverkeer besloten privé-kilometers. Bij de berekening van de bijtelling wordt de catalogusprijs tot een maximum van € 18.000 in aanmerking genomen. De bijtelling kan dus nooit meer bedragen dan € 450 per jaar. Verder kan in dit geval de bijtelling op verzoek als een tegen het enkelvoudig tarief bij de werkgever te belasten eindheffingsbestanddeel worden aangemerkt. Dit enkelvoudige tarief is nog niet bepaald, maar volgens de Staatssecretaris blijven de werkgeverslasten dan tot ongeveer € 225 per jaar per bestelauto beperkt. De werknemer heeft dan niets meer met een bijtelling te maken.
Let op: Deze versoepeling geldt dus niet voor de bestelautos van de zaak uit de tweede categorie die naast het woon-werkverkeer ook voor privé-doeleinden (maximaal 10.000 km) worden gebruikt. Op deze bestelautos blijft de 10%-bijtelling van toepassing. Bovendien blijft de werkgeversverklaring verplicht!
Verruiming 40-dagenregeling naar 60-dagenregeling Voor personenautos en voor de derde categorie bestelautos van de zaak, de bestelautos die met personenautos worden gelijkgesteld, geldt met terugwerkende kracht tot 1 januari 2002 ook een versoepeling. De woon-werkkilometers zijn sinds 1 januari 2002 voor deze autos mede bepalend voor de hoogte van het privé-gebruik en dus voor de hoogte van de fiscale bijtelling. Voor de beoordeling van de privé-kilometers in de woon-werkkilometers wordt aangesloten bij de zogenoemde 40-dagenregeling. Als een berijder van een (bestel)auto van de zaak meer dan 39 keer per jaar vanuit zijn woonplaats naar dezelfde arbeidsplaats rijdt, dan moet hij volgens de 10/30-maatregel de kilometers boven de 30 km enkele reis of beneden de 10 km enkele reis, als privé-kilometers aanmerken. De versoepeling heeft betrekking op de verruiming van de 40-dagenregeling naar een 60-dagenregeling. Hierdoor kan bijvoorbeeld een berijder van een (bestel)auto van de zaak die eenmaal per week een vaste arbeidsplaats bezoekt, de woon-werkkilometers voor de bijtelling wegens privé-gebruik, geheel buiten beschouwing laten. Hij rijdt immers minder dan 60 keer per jaar van zijn woonplaats naar een vaste arbeidsplaats.
Commentaar Opmerkelijk is dat de versoepelingen terugwerkende kracht tot 1 januari 2002 hebben. Met name de laatstgenoemde versoepeling zou echter voor veel berijders van een (bestel)auto van de zaak te laat komen.
Aan de inhoud van dit nieuwsitem wordt de uiterste zorg besteed. Accuraed Accountants & Adviseurs aanvaardt echter geen enkele aansprakelijkheid voor de onvolledigheid en/of de onjuistheid of de gevolgen daarvan.