VRUCHTGEBRUIK EN BLOOT EIGENDOM
Het komt voor dat in de beleving van de kinderen en de langstlevende sprake is van een vruchtgebruiksituatie, omdat er een vruchtgebruiktestament is. Anders dan bij een ouderlijke boedelverdeling, is echter voor de totstandkoming van een vruchtgebruik een nadere rechtshandeling van de langstlevende en de erfgenamen vereist. Er dient een akte van verdeling te zijn, waarin de kinderen de blote eigendom van (een deel van) de nalatenschap verkrijgen en waarin ten behoeve van de langstlevende een vruchtgebruik wordt gevestigd. Met deze verdeling dienen alle erfgenamen in te stemmen. Ook zonder vruchtgebruiktestament kan een zodanige verdeling tot stand worden gebracht.
Een belangrijk voordeel van een vruchtgebruiksituatie is dat de waardestijging van de goederen neerslaat bij de blote eigenaren, veelal de kinderen. Over deze waardestijging hoeft
dus bij overlijden van de langstlevende geen successierecht te worden betaald. Bovendien kan de langstlevende zoveel mogelijk op de oude voet voortleven uit de vruchten van de nalatenschap. Dat kunnen dividenden uit nagelaten aandelen zijn of het woongenot van de voormalige echtelijke woning.
Geen defiscalisering bij vruchtgebruik en bloot eigendom
In vruchtgebruiksituaties is voor de inkomstenbelasting geen sprake van defiscalisering. Voor de gemiddelde belastingplichtige levert dit een uiterst gecompliceerde situatie op. De langstlevende geeft het vruchtgebruik en eventuele hiermee samenhangende financierings- schulden (aan de kinderen) aan in de box waar deze thuishoren. De kinderen geven de blote eigendom en eventuele financieringsschulden ook aan in de box waar deze thuishoren. Soms ligt dubbele heffing op de loer.
Zo dient een krachtens erfrecht gevestigd vruchtgebruik van de eigen woning te worden aangegeven in box I. De langstlevende geeft in box I het eigenwoningforfait aan als ware hij of zij volledig eigenaar van de woning. De kinderen geven bovendien in box III de blote eigendom van de woning waarin de langstlevende krachtens vruchtgebruik woont, aan voor de blote eigendomswaarde. Dat is de waarde in het economisch verkeer van de woning (dus NIET de WOZ-waarde) verminderd met de vruchtgebruikswaarde.
Deze laatstgenoemde waarde wordt weer bepaald door een factor, afhankelijk van de leeftijd en het geslacht van de langstlevende, te vermenigvuldigen met 4%. Voor een weduwe van 55 jaar bedraagt de vruchtgebruikswaarde (factor 15 x 4% =) 60%.
De woning wordt dus voor 100% van de WOZ-waarde belast met het eigenwoningforfait in box I en daarnaast voor 40% (100% minus 60%) van de werkelijke waarde in box III.
Tot besluit
Voor de langstlevende ouder en de kinderen levert de aangifte 2001 een aantal extra complicaties op.
De aangifte kan niet worden ingevuld zonder de akte van verdeling of het testament van de overleden ouder er nog eens bij te pakken. Mocht uw belastingadviseur uw aangifte 2001 nog niet hebben samengesteld, voeg dan ook deze gegevens bij.
Aan de inhoud van dit nieuwsitem wordt de uiterste zorg besteed. Accuraed Accountants & Adviseurs aanvaardt echter geen enkele aansprakelijkheid voor de onvolledigheid en/of de onjuistheid of de gevolgen daarvan.