Wetsvoorstel Werken aan winst naar Tweede Kamer
De Staatssecretaris van Financiën heeft het wetsvoorstel Werken aan winst aan de Tweede Kamer aangeboden. De belangrijkste punten uit het wetsvoorstel zijn:
- Het algemene Vennootschapsbelasting-tarief wordt in 2007 verlaagd van 29,1% naar 25,5%. Het MKB-tarief over de eerste € 25 000 wordt verlaagd van 24,5% naar 20%. Er komt een tweede MKB-tarief voor de belastbare winst van € 25 000 tot € 60 000 van 23,5%.
- In de Inkomstenbelasting wordt een MKB-winstvrijstelling ingevoerd van 10% van de belastbare winst van ondernemers die voldoen aan het urencriterium.
- Het tarief van de dividendbelasting wordt verlaagd van 25% naar 15%.
- De deelnemingsvrijstelling in de Vennootschapsbelasting wordt voortaan van toepassing voor alle belangen van 5% of meer in een in Nederland of in het buitenland gevestigde dochtermaatschappij. De deelnemingsvrijstelling geldt niet meer voor belangen van minder dan 5%.
- Verliesverrekening: de voorwaartse verliesverrekening in de Inkomstenbelasting en Vennootschapsbelasting wordt beperkt tot negen jaar. De achterwaartse verliesverrekening in de Vennootschapsbelasting en box 2 van de Inkomstenbelasting wordt beperkt tot één jaar. De achterwaartse verrekening in box 1 (IB) blijft drie jaar. Alle nog niet verrekende verliezen kunnen nog tot en met het jaar 2011 worden verrekend.
- De afschrijving op gebouwen wordt begrensd totdat de bodemwaarde is bereikt. Voor gebouwen ter belegging wordt de WOZ-waarde als bodemwaarde gehanteerd. Voor gebouwen in eigen gebruik wordt de bodemwaarde gesteld op 50% van de WOZ-waarde. Afschrijving op een gebouw wordt stopgezet wanneer de boekwaarde beneden de bodemwaarde zakt. Een stijging van de bodemwaarde leidt niet tot belastingheffing. Het regime geldt zowel voor de Inkomstenbelasting als voor de Vennootschapsbelasting. Er wordt een bepaling opgenomen die ervoor zorgt dat niet meer kan worden afgeschreven dan wanneer één belastingplichtige het gebouw in eigendom heeft. Voor gebouwen waarop nog niet langer dan drie jaar is afgeschreven geldt een overgangsregeling. De afboeking van een herinvesteringsreserve op een vervangend gebouw wordt niet beïnvloed door de toets aan de bodemwaarde.
- De afschrijvingstermijn voor goodwill wordt ten minste gesteld op tien jaar. Voor overige bedrijfsmiddelen wordt deze gesteld op minimaal vijf jaar.
In geval u de volledige tekst van het wetstvoorstel wilt ontvangen verzoeken wij u een e-mail (schagen@accuraed.nl) naar ons toe te zenden met als omschrijving ”notitie Werken aan Winst”. Wij zullen u dan een uitgebreid overzicht van de voorstellen toezenden.
Bron: Tweede Kamer, 24 mei 2006, nr. 30 572