CWI, NR: 13 Januari 2006
Wijzigingen in het ontslagrecht in 2006
Het kabinet heeft diverse maatregelen gepresenteerd die moeten leiden tot meer dynamiek op de arbeidsmarkt en flexibiliteit in het personeelsbeleid. Hieronder volgt een korte toelichting bij de voorgenomen wijzigingen in het ontslagrecht, onder vermelding van de aangekondigde datum van ingang.
Persbericht
Wijziging per 1 januari 2006
Herplaatsing door middel van scholing
Bij een ontslagaanvraag wegens ziekte of gebrek gold tot 1 januari 2006 dat de werkgever onder meer aannemelijk moest maken dat herplaatsing van de werknemer in een aangepaste dan wel andere passende functie binnen de onderneming niet mogelijk was. Vanaf 1 januari 2006 is de toets op herplaatsingmogelijkheden uitgebreid. Werkgever dient aannemelijk te maken dat herplaatsing in een aangepaste dan wel andere passende functie binnen de onderneming de komende 26 weken, indien nodig door middel van scholing, niet mogelijk is. Of het aanbieden van scholing redelijkerwijs van werkgever kan worden gevergd, hangt mede af van de duur en de kosten van scholing.
Overgangsrecht
De aanvullende toetsing bij ziekte of gebrek (of herplaatsing door middel van scholing mogelijk is) geldt alleen voor ontslagaanvragen die op of na 1 januari 2006 bij CWI worden ingediend.
Wijzigingen per 1 maart 2006
Het afspiegelingsbeginsel is verplicht
Voor alle ontslagaanvragen wegens bedrijfseconomische redenen die op of na 1 maart 2006 worden ingediend, geldt dat toepassing van het afspiegelingsbeginsel verplicht is voor het bepalen van de ontslagvolgorde. Het anciënniteitbeginsel (last-in, first-out) is daarmee niet langer het uitgangspunt.
Het afspiegelingsbeginsel wordt toegepast per categorie uitwisselbare functies van de bedrijfsvestiging op basis van de leeftijdsopbouw binnen de betreffende categorie uitwisselbare functies. Het personeel van de categorie uitwisselbare functies wordt ingedeeld in vijf leeftijdsgroepen, te weten van 15 tot 25 jaar, van 25 tot 35 jaar, van 35 tot 45 jaar, van 45 tot 55 jaar en van 55 jaar en ouder. De verdeling van de ontslagen over de leeftijdsgroepen dient zo plaats te vinden dat de leeftijdsopbouw binnen de categorie uitwisselbare functies vóór en ná de inkrimping verhoudingsgewijs zoveel mogelijk gelijk is. Vervolgens wordt binnen elke leeftijdsgroep de werknemer met het kortste dienstverband als eerste voor ontslag voorgedragen.
Schoonmaaksector en uitzendbranche
Ook de schoonmaaksector en de uitzendbranche zijn verplicht om vanaf 1 maart 2006 bij het vaststellen van de ontslagvolgorde het afspiegelingsbeginsel toe te passen over respectievelijk de in acht te nemen schoonmaakploegen en inleenopdrachten van de bedrijfsvestiging.
Overgangsrecht
De verplichte toepassing van het afspiegelingsbeginsel is alleen van toepassing op ontslagaanvragen wegens bedrijfseconomische redenen die op of na 1 maart 2006 bij CWI worden ingediend.
Ontslagaanvragen die op of na 1 maart 2006 maar vóór 1 oktober 2006 worden ingediend én die voortvloeien uit een vóór 1 maart 2006 gemeld collectief ontslag, worden echter afgehandeld op grond van de ontslagselectiecriteria die vóór 1 maart 2006 golden.
Eveneens worden ontslagaanvragen afgehandeld op grond van de ontslagselectiecriteria die golden vóór 1 maart 2006, indien zij zijn ingediend op of na 1 oktober 2006 maar vóór 1 januari 2007 én voortvloeien uit een op of na 1 maart 2006 maar vóór 1 oktober 2006 gemeld collectief ontslag, mits de werkgever vóór 1 maart 2006 met de belanghebbende vakbonden* de toepassing van de ontslagselectiecriteria zoals die golden vóór 1 maart 2006 is overeengekomen.
Toetsing bedrijfseconomische redenen
CWI zal vanaf 1 maart 2006 bij een collectief ontslag (20 of meer werknemers) de bedrijfseconomische redenen niet meer toetsen indien de werkgever een verklaring overlegt van de belanghebbende vakbonden, inhoudende dat de door de werkgever aangevoerde redenen leiden tot het vervallen van het door werkgever voorgestelde aantal arbeidsplaatsen. Het voorgaande laat echter onverlet dat CWI bezwaren van individuele werknemers met betrekking tot de bedrijfseconomische redenen, die gebaseerd zijn op nieuwe feiten en/of omstandigheden die zich voordoen ná indiening van de ontslagaanvraag, voor een reactie aan de werkgever kan voorleggen.
Overgangsrecht
CWI toetst zelf in alle gevallen de bedrijfseconomische reden van ontslagaanvragen die vóór 1 maart 2006 worden ingediend. Indien ontslagaanvragen op of na 1 maart 2006 worden ingediend en werkgever de bedoelde verklaring van de vakbonden bijvoegt, vervalt de toetsing door CWI van de bedrijfseconomische reden. De toets van CWI zal in dergelijke gevallen beperkt blijven tot het toetsen van de ontslagvolgorde (afspiegeling) en het beoordelen van de mogelijkheden tot herplaatsing.
* Belanghebbende vakbonden zijn de belanghebbende verenigingen van werknemers zoals genoemd in artikel 3 lid 4 van de Wet melding collectief ontslag.