1. Verbiedt het Verdrag inzake de Werking van de EU een nationale regeling die verhindert dat een inwoner van Spanje, wiens arbeidsinkomsten voor 60% in Nederland en voor 40% in Zwitserland worden belast, zijn negatieve inkomsten uit de in Spanje gelegen eigen woning in mindering brengt op zijn in Nederland belaste arbeidsinkomsten als het Spaanse inkomen zo laag is dat in het betreffende jaar geen belastingvermindering in de woonstaat kan ontstaan?
2. Zo ja, moet iedere lidstaat waar een EU-burger een deel van zijn inkomsten verwerft rekening houden met het volledige bedrag van de negatieve inkomsten of geldt die verplichting slechts voor één van de werkstaten? Zo ja, welke werkstaat is dat? Of moet ieder van de werkstaten een deel van die negatieve inkomsten in aftrek toestaan? Als dat het geval is, hoe wordt het in aftrek komende deel dan bepaald? Is dan beslissend in welke lidstaat de arbeid feitelijk wordt verricht of is beslissend welke lidstaat de verworven inkomsten mag belasten?
3. Wordt het antwoord op vraag 2 anders indien één van de staten geen lidstaat is van de Europese Unie en geen deel uitmaakt van de Europese Economische Ruimte?
4. In hoeverre is van belang of de wetgeving van het woonland van de belastingplichtige een mogelijkheid kent tot aftrek van hypotheekrente voor de eigen woning en een mogelijkheid tot verrekening van in een jaar geleden fiscale verliezen met inkomsten uit dat land in latere jaren?De Hoge Raad houdt iedere verdere beslissing aan in afwachting van de uitspraak van het Hof van Justitie EU.
http://nl.informanagement.com/rss/CustomFeed.aspx?sjabloon=zuurbier605&command=viewitem&id=27339
Bron: Informanagement