SPAARLOONREGELING PER 01 JANUARI 2005

SPAARLOONREGELING

Met ingang van 1 januari 2005 is het niet meer mogelijk om de fiscale faciliteit van de spaarloonregeling bij meer dan één werkgever toe te passen. Dit geldt per kalenderjaar en zowel gelijktijdig als achtereenvolgend. Iedere werknemer kan per kalenderjaar dus nog maar eenmaal tot het maximum van het spaarloon sparen. De spaarloonregeling kan nog slechts worden toegepast bij de werkgever waar de werknemer op 1 januari in loondienst is én de algemene heffingskorting gebruikt.
Indien een werknemer op 1 januari geen dienstbetrekking heeft, kan hij, op basis van de huidige voorstellen, in dat jaar niet deelnemen aan een spaarloonregeling.
Dit geldt tevens indien er bij de dienstbetrekking die op 1 januari bestond, geen mogelijkheid was tot deelname.
Hierdoor zullen bepaalde seizoenwerkers van deelname aan de spaarloonregeling uitgesloten zijn.
Werknemers die van baan wisselen en bij de eerste werkgever niet het volledige bedrag gespaard hebben, kunnen het resterende bedrag niet bij de nieuwe dienstbetrekking sparen. Deze voorwaarden zijn in het leven geroepen voor de uitvoerbaarheid van de regeling en de administratieve lasten.
Het tarief van de eindheffing die een werkgever verschuldigd is over het spaarloon van de werknemer, wordt verhoogd van 15% naar 25%. Dit betekent voor de werkgever een extra kostenpost van maximaal € 61,30 per werknemer per jaar.